Leden stellen zich voor: Ada Wilbrink-Beugelsdijk

Ik kreeg de pen van Agnes, dank je wel. Zij schrijft dat ik onopgemerkt ben, nou daar komt-ie dan:

Ik ben Ada Wilbrink-Beugelsdijk, net 63 geworden, 2 kinderen uit huis en een kleinzoon van bijna 2. Ik woon met man Johan sinds kort in Garderen.

 Mijn hardloopcarriere begon al op jonge leeftijd. In Warmond, het kleine dorpje waar ik opgegroeid ben organiseerde de voetbalvereniging elke Hemelvaartsdag een sportdag. Daar deed ik graag aan mee en vooral bij de sprint rende ik samen met een klasgenootje die net 1 dag jonger was dan ik jaar na jaar de 100 meter, die ik steevast op een haar na verloor. Zij was minstens een kop groter dan ik en had erg lange benen. In het dorp was ik als schoolmeisje bekend als het “meisje dat altijd rent”. De hoofdmeester had bepaald dat kinderen die binnen een straal van 1 km van de school woonden niet met de fiets mochten komen, er was simpelweg niet genoeg plek om ze te stallen. Ik woonde net op de grens, Mijn klasgenootje, dochter van de melkboer die 50 meter verder woonde mocht wel op de fiets. Lekker puh! Maar niet getreurd, ik liep wel, en hoe: 2x heen en weer op een dag rende ik van en naar school. Een beste training van totaal 4 km. Na school ging ik vaak aan de andere kant van het dorp met mijn vriendinnen spelen en rende ik tegen half zes naar huis. Boodschappen voor mijn moeder en tante deed ik ook rennend.

Op de middelbare school werd dat even minder, maar toen ik ging studeren in Leiden kreeg je voor een appel en een ei een sportkaart waar je aan praktisch alle sporten mee mocht doen. Ik koos voor conditie trainen een paar keer per week, dit hield met name in de zomertijd in dat er veel gelopen werd, inclusief coopertesten, die ik toen nog wel wat beter deed dan tegenwoordig. (+/-2500 m) Later ging ik er ook bij zaalvoetballen, dat was alleen maar rennen en nog eens rennen.


Na de studie kreeg ik 2 kinderen, woonde in Zambia in een gebied dat je zou kunnen omschrijven als een soort plat duingebied. Alleen maar diep zand, gras en water. Daar kwam het er niet van om hard te lopen, zwemmen is wat we dagelijks deden in de lokale rivier, waarvan we later hoorden dat er ook wel krokodillen zwommen. Nooit een gezien. Tussen twee tropenuitzendingen in 2,5 jaar in Alphen a/d Rijn met vriendinnen het lopen wel weer opgepakt, om dat in Malawi weer los te laten voor zwemmen en wandelen.

    

ada

 

Na die tijd leek Schiermonnikoog, waar we bijna 5 jaar gewoond hebben ideaal om het lopen weer op te pakken, maar het gezin en de werkzaamheden daar werkten niet mee om dat fanatiek te beoefenen.

In Voorthuizen was er een goede gelegenheid om dit weer wel te gaan doen. Vanaf 2001 zijn mijn man Johan en later ook de kinderen Meike en Jurg lid geworden van de loopgroep. Jaren was het bij ons op dinsdag vroeg eten, omkleden en met z’n allen naar de locatie waar er gelopen werd. Nadat de vrijdagmorgengroep gestart was kon ik mijn werkuren aanpassen om daar mee te gaan lopen en dat doe ik nog steeds. Ik doe niet vaak mee aan wedstrijden, maar een paar keer heb ik me daartoe laten verleiden. De Berg by night race heb ik na aanmoediging van Lubert gelopen. Ik was er van tevoren vast van overtuigd dat ik de allerlaatste zou zijn van alle deelnemers. Wist ik veel, ik dacht dat er alleen hele goede lopers meededen. Pas toen Lubert mij verzekerde dat dat niet het geval zou zijn heb ik me opgegeven en nog lekker gelopen ook. Ik was zeker niet de laatste.

Ik loop nu voornamelijk omdat ik mijn conditie in orde wil houden en omdat het gezellig is om samen te lopen met de groep, die al heel vaak van samenstelling is gewijzigd, maar met een harde kern. Vooral Geerhard, onze trainer is een ouwe taaie. Hij verzint iedere keer weer lekkere trainingen in het bos op verschillende locaties.  (Ook bij mij om de hoek in Garderen) Ik hoop dat ik dit nog lang kan volhouden en de lopers met mij.

Ik geef de pen door aan een van de dames die op vrijdag met mij loopt: Baukje.